Indrukwekkend optreden van Jan Rot zondagmiddag bij Podium Kloosterhof

Foto: Jan Krijtenburg

Zondagmiddag zorgde Jan Rot, samen met gitarist Laszlo Versteeg, voor een indrukwekkend optreden in een afgeladen theaterzaal van MFC Kloosterhof in Hoogerheide met zijn show ‘OK Boomer!’.

Eigenlijk zou dit optreden al in december vorig jaar plaatsvinden maar door de toen geldende coronamaatregelen kon dit toen niet doorgaan.
Zoals bij de meeste mensen wel bekend is Jan Rot ernstig ziek, maar ondanks dat kan hij niet stoppen met optreden. Het liedjes maken en zingen is zijn leven en ondanks zijn steeds slechter wordende gezondheid zette Jan weer een geweldige show neer.

Om twee uur begon de show met het nummer ‘Achtbaan’ “Zie ons gaan, op de achtbaan van het leven ja”.

Jan vertelde dat hij zich erg slecht voelde maar dat hij er toch van uit ging dat hij dit optreden af zou maken waarop hij gelijk verder ging met de vraag wie in het publiek net als hijzelf uit 1957 kwam.
1957 is het jaar van de Spoetnik en een ‘verdomd goed koekjesjaar’. Een lied met een refrein dat het publiek lekker mee kon zingen, wat voor meer nummers deze middag zou gelden. En als een theaterzaal vol mensen meezingt is er geen twijfel over dat de sfeer er goed in zit.

Na een verdomd goed koekjesjaar

Na 1957 ging Jan de jaren zestig verder af. Het begon in 1960, het jaar dat Elvis Presley in Nederland bekend werd met het nummer “It’s now or never”, wat in Jan z’n hertaling “’t is nu of nooit” wordt. “Ik sta op springen. o kus me zacht”. Als Elvis een Nederlander geweest was, zou hij het ook zo gezongen hebben.

Via ‘Spaans benauwd’ (gelukkig met een happy end), een vrije vertaling van Roy Orbisons ‘Running scared’ uit 1961 en ‘Grienen als het giet’ vrij hertaald van ‘Crying in the rain’ van de Everly Brothers uit 1962 kwam Jan uit in 1963, het jaar van Anneke Grönloh met nummers als Brandend zand, Paradiso.
Jan vertelde dat hij nog samengewerkt heeft met Anneke en voorstelde om een album met door hem geschreven liedjes uit te brengen met de titel ‘Grönloh zingt Rot’.
Anneke komt net als Jan uit Indonesië en daarom begrijpt Jan heel goed de heimwee in de liedjes van Anneke. Het nummer heimwee gaat daar over en het refrein “heimwee hier, heimwee daar” werd, bij gebrek aan een achtergrondkoortje van Indonesische dames, weer volop door het publiek meegezongen.

Het nummer uit 1964 dat Jan uitgekozen heeft was ‘Dancing in the street’ wat Jan herschreven heeft in Dansen op de dijk.

Maar Jan stond niet alleen op het podium en met het nummer ‘Mijn generatie’, een hertaling van het nummer van The Who, liet Laszlo Versteeg zien, en vooral horen, wat een geweldige gitarist hij is. “Iedereen haalt ons neer, en negeert ons keer op keer, mijn generatie” luidde de tekst.

Indonesië

Veel in Jans leven is bepaald door zijn jeugd in Indonesië waar zijn vader zendingsarts was. Hij herinnerde zich nog een vakantie met zijn ouders waar ze met z’n allen in de auto de canon ‘Waye hu da, le olam, te sheep, Way Jerusha-halaim in wadur wadur’ zongen. Een herinnering waar Jan het lied ‘We rijden nu al uren langs de slecht verlichte weg” van gemaakt heeft.
Een canon moet je natuurlijk niet alleen zingen dus het publiek werd in tweeën gedeeld. Eén deel moest met Jan meezingen en het andere deel met Laszlo. Maar het meezingen was niet vrijblijvend grapte Jan. Als iedereen goed meezong zou hij het nummer ‘Stel dat het zou kunnen’ zingen. Het lied waarmee hij de Annie MG Schmidtprijs won, maar als het matig ging zou hij het niet zingen en als het heel slecht ging zou het optreden stoppen.

Gemotiveerd zong het publiek mee. Jan was gelukkig redelijk tevreden zei hij, en besloot toch ‘Stel dat het zou kunnen’ te zingen.

“Stel dat het zou kunnen, met wie wil je dineren. Wordt het Jezus, Albert Einstein of Martin Luther King?  Nee, geef me maar een uurtje met mijn eigen moeder Mijn lieve, lieve moeder, ze is al zolang dood” zong Jan. Menigeen in het publiek zal bij dit lied even hebben moeten slikken “Dan kroop ik in haar armen en zij streek door mijn haren En zei met milde spot: god, kind, wat ben je groot”.

Toen Jan in Indonesië woonde kreeg hij soms luchtpostbrieven van zijn oudere broer die fan was van de Rolling Stones. Toen hij een foto van de band meestuurde was Jan zijn reactie “die zien er te vies uit om muzikaal te zijn”, een opmerking waar hij later wel om kon lachen. Hij was toen een 9 jaar oud Jantje.

Popmuziek ontdekt

Later, toen hij in voor een vakantie met zijn ouders op Schiphol aankwam hoorde hij de Rolling Stones en ‘beatmuziek’ voor het eerst in het echt via de transistorradio van zijn oudere broer en was meteen verkocht. Hij kocht muziekbladen en volgde de top 40.

Een van de dingen uit die tijd die hem bijbleef was een bezoek aan een platenzaak waar een als hippie uitziend en heel cool persoon de single ‘San Francisco’ van Scott McKenzie kocht. Jan was zo onder de indruk dat hij dezelfde single ook kocht. Een nummer uit de tijd van de hippies, peace en ‘summer love’. In zijn hertaling van het lied vraagt Jan zich af wat er van de droom van vrede uit San Francisco overgebleven is. “Al die mensen uit San Francisco, dragen nu nooit meer bloemen in hun haar. Al die mensen uit San Francisco, zie je nu nooit meer lief zijn voor elkaar”.

Later dat jaar waarin Jan de popmuziek ontdekte liep hij over het strand in Zandvoort en luisterde naar de Golden Earring. Hij bedacht hoe het zou zijn als er later een ander  jongetje over het strand zou lopen en naar zijn muziek zou luisteren. Toen besloot hij dat hij definitief zanger wilde worden.

In 1968 ging de familie Rot weer terug naar Indonesië. In die tijd hadden de Bee Gees de hit Words.  In de hertaling van Jan zingt hij “Zo’n gauwe ouwe grijns, maakt je weer blij met mij. Omdat ik van je hou mijn vrouw , ooit zei ik ja en ja is het nog steeds”.

Na  het liedje ‘Jeugd sentiment’ over zijn stamcafeetje van vroeger, een lied dat een hertaling is van ‘Those were the days’ van Mary Hopkin kwamen we aan in 1969 waarin het nummer ‘In the year 2525′ van Zager en Evans populair was. In dat jaar zou Jan naar Nederland gestuurd worden om naar de middelbare school te gaan maar toen besloot Jan’s moeder dat ze lang genoeg in de zending gewerkt hadden en dat het hele gezin terug moest naar Nederland.

De corona pandemie en het nummer ‘In the year 2525’ waren de inspiratie voor het nummer ‘In het jaar 2019’ over de corona en hoe het verder moet met de wereld.

En toen kwam de zomer van 1970. Hier past natuurlijk maar één nummer van Jan bij en dat is ‘Als het zomer wordt’.  Oorspronkelijk ‘In the summertime’ van Mungo Jerry. In het oorspronkelijke nummer zingen de meiden ’tss’ en de jongens ‘oe’ maar in deze ‘woke’ tijd draaide Jan het juist om en mochten die bezoekers, die zich nog bij de jongens nog bij de meiden vinden horen, zelf kiezen wat ze deden. Dus zo’n vijfhonderd man/vrouw deden mee met het ’tss’ en ‘oe’ in het nummer.

In de brugklas van de middelbare school speelde Jan al in een bandje  en schreef hij liedjes vertelde hij. Hij had een prachtig gitaarloopje bedacht maar kreeg het niet uit z’n vingers. Gelukkig had Laszlo er geen moeite mee in het nummer dat Jan en Laszio daarna speelden.

Het ouder worden

De laatste jaren heeft Jan heel veel liedjes hertaald, maar nog steeds schrijft hij ook zijn eigen nummers. Zo schreef hij, toen de beroemde voetballer Johan Cruijff was overleden, nadat hij er ’s nachts van wakker had gelegen, de volgende morgen het nummer ‘Sinds Cruijff’ waarin hij filosofeert over het ouder worden en de idolen die wegvallen.

Toen Jan zestig werd besefte hij dat ook hij oud werd. De reactie van zijn dochter Elvis op een mop die hij vertelde was “OK Boomer” en dat was de titel en inspiratie van een nieuw liedje waarin Jan laat horen dat hij ook prima kan rappen, maar hij zingt ook, “Ik doe mijn eigen liedjes, dat is wat ik ben”.

In het volgende lied, een variant op een lied van John Plain zingt Jan; “Een oude boom groeit naar de hemel, de Oude Rijn blijft stromen naar de zee  en oude mensen worden eenzaam”.

In 2020 overleed David Olney op het podium. “i’m sorry” zei hij, en viel dood neer. Dat is niet wat Jan wil want hij wil nog meer optreden. Van David’s lied ‘Little bird’ maakte Jan de hertaling Wielewaal. “Wielewaal, hoog boven de hei, waarom zing jij voor mij. Dat is wat ik doe, wat ik doe, doe ik m’n leven lang. Ik ben de wielewaal, dit is mijn zang”.

Eigenlijk was dit het laatste nummer van deze middag maar Jan verteld dat hij toch nog even door wil gaan. Hij heeft nog geen zin om weg te gaan en daarom zingt hij zijn prachtige versie van het nummer Hallelujah van Leonard Cohen dat hij ook bij Matthijs Gaat Door in het Ziggo Dome zong.  Een nummer waar je stil van wordt.

Na de promotie van de merchandise uit de Rot-shop waarvan de CD’s Palingvissers, Schout bij nacht, Hoop & Liefde en Zee van tranen nog verkrijgbaar zijn.
In mei moet er nog een afscheids-CD uitgebracht worden met de titel, ‘In plaats van kaarten’.

Het is ontroerend als Jan verteld dat de Kloosterhof in de gemeente Woensdrecht hem zo dierbaar is en dat hij hier de gelukkigste jaren van zijn leven heeft doorgebracht.

Als allerlaatste nummer zingt Jan het nummer ‘Ik Was’ de hertaling van My Way van Frank Sinatra, “Dit was wat ik was”, een lied dat nu heel erg persoonlijk werd.het publiek werd er stil van na afloop bleek dat veel mensen er echt emotioneel van geworden waren.

Het lied ‘Ik Was’ luidde echt het einde van het optreden van vanmiddag in, waarop Jan en Laszlo een welverdiende staande ovatie kregen.

Eerstvolgende optredens

Na de show in Hoogerheide staan er binnenkort optredens in Middelharnis en Zevenhuizen op de kalender. Op 1 april in Middelharnis in het Dielhuus en op 3 april in Zevenhuizen  in Theater Swanla.

Links

 

Cookieinstellingen