Wethouder van der Beek ziet weinig beleidsverandering in het Woensdrechtse sociaal domein.

Wethouder Lars van der Beek
Wethouder Lars van der Beek
Foto: Jan

Woensdagmiddag heeft wethouder Lars van der Beek in MFC De Biezen in Putte zijn visie op de nieuwe beleidsplannen voor het sociaal domein naar buiten gebracht.

Aan het begin van het nieuwe jaar is er een nieuwe beleidscyclus voor het sociaal domein gestart. De visies en beleidsplannen die tijdens de transitie van 2015 zijn weggelegd en uitgewerkt hadden een looptijd tot en met het jaar 2017. Zij krijgen nu een vervolg in een nieuw integraal beleidsplan tot en met 2021 maar wethouder van der Beek verwacht geen grote veranderingen

Het college komt met één integraal beleidsplan voor het sociaal domein dat wordt aangevuld met het beleidskader Zorg voor Jeugd en een Visie op Veiligheid in de Jeugdketen. Op een eenduidige manier werken, samen met andere gemeenten en partners is hier de norm. De regionale gemeenteraden van de deelnemende gemeenten zijn aan zet om de nieuwe scope tot en met het jaar 2021 vast te stellen. In februari liggen de plannen voor in de Woensdrechtse gemeenteraad.

Vooruitlopend op inhoudelijke behandeling van de plannen wil wethouder Lars van der Beek alvast dit kwijt: “De transitie in 2015 heeft het sociaal domein behoorlijk veranderd. De overheveling van taken van de landelijke overheid naar de gemeenten was een behoorlijke verschuiving. Terugkijkend kunnen we concluderen dat het in onze regio over het algemeen goed uitgepakt heeft. Nadrukkelijk hebben we de samenwerking met andere gemeenten en partners gezocht. Samen zijn we nu zo ver dat we verder vooruit kunnen kijken naar de ontwikkelingsrichting van het sociaal domein tot en met 2021.”

Eén overkoepelend plan

De gemeenteraad wordt binnenkort gevraagd om één beleidsplan voor het gehele sociaal domein vast te stellen. Van der Beek over deze nieuwe werkwijze: “Voorheen kwam elk beleidsveld met een eigen beleidsplan. Hoewel er wel samenwerking gezocht werd, waren er aparte actieplannen en budgetten. Integraal werken was één van de ambities die de transities aangezwengeld heeft. Met dit integrale beleidsplan is er één visie die alle beleidsvelden overstijgt en die bovendien geldt voor de drie Brabantse Wal-gemeenten. Hiermee is een gigantische slag gemaakt.”

Veel veranderingen verwacht Van der Beek overigens niet in het Woensdrechtse sociaal domein. “De visie waarmee we de transities ingegaan zijn, blijft overeind. We focussen de komende jaren vooral op het verder verbeteren van de zorg en ondersteuning aan inwoners. Het beleidsplan maakt inzichtelijk wat we hiervoor moeten doen. En let wel: het betreft dan één uitvoeringsagenda voor alle beleidsterreinen binnen het sociaal domein voor de komende drie jaar: van jeugdhulp, Wmo en participatie tot onderwijs, volksgezondheid, welzijn en (sociale) veiligheid. Zowel qua preventief beleid als voor professionele hulp.”

De kernpunten in het beleidsplan zijn:

  • niemand mag buiten de boot vallen: er is een vangnet als noodzakelijke oplossing
  • inwoners meer en beter ‘in de eigen kracht zetten’
  • inwoners moeten zo zelfstandig mogelijk in de wijk kunnen wonen
  • er wordt passende zorg geleverd
  • verder concretiseren van de inzet van zware zorg naar lichtere hulp of preventie
  • versterken van samenwerking met partijen binnen het sociaal domein en daarbuiten
  • loslaten van de traditionele indeling naar sectoren evenals de schotten tussen de sectoren, organisaties en zorgniveaus
  • sturen op maatschappelijke effecten en resultaten
  • creëren van een innovatief klimaat en het ontwikkelen van eigentijdse en toekomstbestendige toepassingen

Van der Beek benadrukt de manier waarop het beleidsplan tot stand gekomen is: “Samen met diverse partners, de Wmo Adviesraad en – in het geval van jeugd ook cliënten – is er in beeld gebracht of de gestelde doelen bereikt zijn en wat we moeten doen om verder te verbeteren. De tijd dat alleen de gemeente het beleid bepaalt, is echt voorbij.”

Verder professionaliseren

Aanvullend op dit plan van de drie Brabantse Wal gemeenten komen de negen samenwerkende gemeenten met het beleidskader Zorg voor Jeugd. Ook op jeugdgebied wordt er vastgehouden aan de visie en het stelsel die neergezet zijn ten tijde van de transities. Een aantal ‘next steps’ geven de ontwikkelingsrichting aan: het realiseren van nog meer verbinding, jeugdigen en hun ouders nog meer regie geven over de hulp die zij krijgen en het verder professionaliseren van de manier van sturen en meten.

Specifiek op Veiligheid in de Jeugdketen wordt er regionaal met 18 gemeenten samengewerkt. Het beleidsplan voor de komende jaren richt zich specifiek op het signaleren en in beeld houden van onveilige situaties, het verbeteren van crisiszorg en de bereikbaarheid van hulp.

Van der Beek: “De jeugdzorg heeft de afgelopen jaren zo’n ontwikkeling doorgemaakt. Het hele stelsel is veranderd om aan jongeren en ouders die hulp te bieden die passend is. Dankzij de samenwerking in een brede regio hebben we veel voor elkaar gekregen. Verdere doorontwikkeling is van groot belang om jongeren – ‘de toekomst van onze regio’ – goed op te laten groeien. Ook als zij zich in een situatie bevinden waarin dat niet vanzelf gaat.”

Gemeenteraad aan zet

In februari 2018 buigt de Woensdrechtse gemeenteraad zich over deze beleidsplannen voor de komende jaren. Ook in andere gemeenten komen deze stukken eerst in de colleges en vervolgens in de gemeenteraden. Na dit proces worden de actiepunten uit de plannen verder opgepakt. Soms betekent dit voorzetting van hetgeen al gedaan wordt; op andere terreinen betreft het verdere doorontwikkeling. “Eén ding is zeker”, besluit Van der Beek. “We doen dit samen met partners, cliënten en andere gemeenten. Want alleen samen kunnen we zorgen voor een samenleving waarin iedereen zo volledig en volwaardig mogelijk mee kan doen.
Vaak volledig op eigen kracht, soms (tijdelijk) met wat hulp en ondersteuning en met vangnet voor degene die anders buiten de boot zouden vallen.”

Cookieinstellingen